Historie

 

De eerste meetbrief van paviljoentjalk De Over-Vloed is afgegeven in Amsterdam op 16/08/1901, dus tien jaar na de bouw, onder nummer 896. Het schip wordt daarin omschreven als paviljoenjacht en heeft als naam ‘De Vrouwe Grietje’. Eigenaar was K.van der Hoeven, schipper te Krommenie. Van der Hoeven bevoer vooral de Zeeuwse en Zuid-Hollandse wateren.
Bijna zestig jaar later, in de meetbrief van 1960, wordt het schip 'Zorg en Hoop' genoemd en is de paviljoentjalk omgebouwd tot woonschip.
Tot op heden is, ondanks naspeuringen via het meetbriefnummer R-25235N dd .09/02/1960, weinig concreets bekend over de geschiedenis van het tjalkje.
Wel is op foto's van de woonschipperiode te zien dat het paviljoendek nog onder het mastiek aanwezig is .
Bij een latere verbouwing is dit houten dek vervangen door staalplaat.
Van 1997-2000 wordt de paviljoentjalk weer zoveel mogelijk teruggebracht naar de originele staat en vanaf 1998 zeilt ze weer. 
Vermeldenswaard is de opvallende lengte-breedte verhouding, maar ook het gegeven dat het onderwaterschip nergens ˜stil staat’ : vanaf het grootspant loopt het schip naar achteren alweer toe .
Klinkwerk in het voordek geeft de plaats aan waar de schilden van het ankerspil hebben gestaan.  

Betekenis naam 'De Over-Vloed': 
plek (in tijhaven of aan de tijrivier) waar schepen konden worden drooggezet om onderhoud te doen. Meestal een houten stellage die met vloed voldoende onder liep en om aan het schip tijdens de eb  onderhoud te doen.